De Automower®-koppeling testen na het plaatsen van de draad
Na het plaatsen van de begrenzings- en geleidingsdraad is het belangrijk om te controleren of uw Automower®-robotmaaier het laadstation kan vinden en ermee kan koppelen. Een goede koppeling zorgt dat uw maaier automatisch kan opladen en uw gazon volgens het schema kan onderhouden. In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u het koppelen kunt testen via het display van de maaier en de Automower® Connect-app, en staan stappen vermeld voor probleemoplossing als het koppelen mislukt.
Hoe Automower® het laadstation zoekt
Uw Automower® maakt gebruik van een proces met twee stappen om het laadstation te vinden:
- Signaaldetectie: De maaier probeert eerst rechtstreeks het signaal van het laadstation te detecteren
- Draad volgen: Als dit niet lukt, volgt hij de begrenzingsdraad of geleidingsdraad om het station te bereiken
Als u weet hoe dit proces werkt, kunt u vaststellen waar problemen kunnen optreden tijdens het testen.
Test de begrenzings- en geleidingsdraad en het koppelen
Voorbereiding
Plaats de maaier op ongeveer 3 m afstand van de begrenzingsdraad, naar de draad gericht.
Testen via de Automower® Connect-app
- Maak verbinding via Bluetooth
- Navigeer naar: Meer > Instellingen > Installatie > Laadstation zoeken > Test: Instellingen begrenzingsdraad
- Start de test
Testen via het display van de maaier
(Voor maaiers met een toetsenblok)
- Navigeer naar: Installatie > Laadstation zoeken > Overzicht van zoekmethoden > Grens > Meer > Rechts testen/Links testen
- Druk op START en sluit de klep (indien van toepassing voor uw model)
Waarop u moet letten
- Volgt de maaier de begrenzingsdraad naar behoren?
- Slaagt het koppelen bij de eerste poging?
Geleidingsdraden testen
Herhaal de bovenstaande stappen, maar selecteer Geleidedraad testen in de app of op het display. Als uw installatie gebruikmaakt van meerdere geleidingsdraden, test u deze een voor een.
Problemen met koppelen oplossen
Belangrijk: De test is alleen geslaagd als de maaier de draad helemaal volgt en bij de eerste poging koppelt. Als dit mislukt en de maaier het herhaaldelijk opnieuw probeert, is probleemoplossing vereist.
Stap 1: Controleer de draadaansluitingen
Inspecteer de draadaansluitingen op het laadstation om er zeker van te zijn dat ze goed vastzitten en juist zijn.
Zie: De begrenzings- en geleidingsdraden aansluiten op het Automower® laadstation
Stap 2: Wijzig de instellingen voor de doorrijbreedte
Als de maaier moeite heeft om de draden consistent te volgen, past u de instellingen voor de doorrijbreedte aan.
Zie: De corridor in een Automower®-installatie aanpassen
Stap 3: Controleer op interferentie
Metalen voorwerpen (bijv. betonwapening, metalen randen, spoelen laagspanningskabels) in de buurt van het laadstation of het kabeltraject kunnen, zelfs als ze zijn begraven, signalen verstoren.
Raadpleeg onze handleiding voor de plaatsing van het laadstation.
Stap 4: Controleer de hellingsconfiguratie
Bij installatie op een steile helling moet u zorgen dat de geleidingsdraad onder de juiste hoek wordt gelegd.
Zie: De Automower®-installatie optimaliseren voor hellingen
Stap 5: Controleer de algehele installatie
Controleer of alle installatiestappen juist zijn uitgevoerd.
Raadpleeg onze gedetailleerde stapsgewijze handleiding voor de Automower®-installatie met een fysieke draad.
Als het probleem aanhoudt
Als het dokken nog steeds mislukt na de probleemoplossing, kunt u het laadstation verplaatsen of contact opnemen met een dealer voor hulp.





